De kleine bloem die wacht en wacht en wacht

De vogels fluiten en de zon schijnt. Geeuwend rekken de bloemen zich uit. Het is lente. Langzaam komen de kleurige blaadjes uit de knop en maken er een feest van.
“Goedemorgen,” zegt de rode bloem.
“Goedemorgen, wat een heerlijk weer,” zegt de andere bloem.
“Zeg dat wel,” zegt de rode bloem. “Beter dan vorig jaar. Toen stonden we samen naast die rare bloem. Weet je dat nog?”
“Jazeker, dat weet ik nog goed. Die bloem heeft nooit iets gezegd. Hij heeft zijn knop niet een keer opengedaan… kijk, daar staat hij weer. Hij is niets veranderd. Zeg, hallo… !” De bloem klopt bij de rare bloem op zijn knop. “Hallo, zeg eens wat. Waarom kom je niet uit je knop? Durf je niet? Je bent zeker niet zo mooi als wij?” De bloem luistert eens goed en hoort alleen maar gemompel.
“Je bent niet zo netjes,” zegt de rode bloem. “Als iemand tegen je praat mag je best wel wat zeggen.”
“Wat is het eigenlijk maar een klein bloemetje,” zegt de andere bloem. “Hij is niet eens gegroeid.”
“Ja,” reageert de rode bloem. “Wat is hij lelijk, wij zijn veel mooier. Hij hoort niet bij ons.”

De bloem die zich in de knop heeft verstopt kan alles horen. Hij wordt er een beetje verdrietig van. Ik ben nog niet klaar, denkt hij, ik moet nog een poosje wachten voordat ik tevoorschijn mag komen. Wat zou ik graag feest met de andere bloemen willen vieren. Maar dat kan nog niet. Waarom laten ze mij niet met rust?

Dan bemoeien alle bloemen zich met het gesprek.
“Wij horen jullie net praten over die lelijke bloem en wij vinden allemaal ook dat hij niet bij ons hoort. Misschien vinden de mensen ons nu niet mooi. Dan kopen ze hun bloemen ergens anders.
“Ja, daar hebben jullie gelijk in,” zegt de rode bloem. “Maar wat kunnen we eraan doen? Als hij niet uit de knop komt kan hij hier voor altijd zo blijven staan. Misschien moeten we allemaal proberen om groter te groeien, dan kan niemand hem zien.”
Dat gebeurde. De bloemen deden erg hun best en groeiden zo hoog als ze nog nooit waren geweest. De bloem in de knop wilde niet in het donker blijven, hij had stiekem iets bedacht. Als de bloemen in het veld in de wind naar links waaiden, boog de kleine bloem naar rechts of andersom. Zo stond hij altijd in de zon en kon langzaam ongezien mooier en mooier worden. Toen werd het herfst en alle bloemen die zichzelf zo mooi vonden verloren hun blaadjes en gingen dood. De kleine bloem in de knop niet. Hij bleef leven en werd nog mooier en mooier. Pas toen er sneeuw viel ging de kleine bloem een poosje slapen.

Het volgende jaar was het weer lente en het was gelijk weer een herrie. Alle bloemen werden wakker. Ze geeuwden en rekten zich uit. Alle rode blaadjes kwamen uit de knop.
“Hee, hallo, ben je daar weer, andere bloem?”
“Zoals elk jaar, rode bloem, wat staan we weer mooi te schitteren. Zal die rare bloem eindelijk dood zijn? Dan hebben we tenminste meer plek.”
“Ik zal eens kijken,” zei de rode bloem en hij keek om zich heen. “Zal ik je eens wat zeggen?”
“Wat dan, rode bloem?”
“Ik zie hem niet meer staan.”
Samen stonden de twee bloemen te lachen en te lachen tot ze merkten dat alle bloemen heel erg stil waren. Verbaasd keken ze om zich heen. Alle bloemen staarden omhoog. Naast de rode en de andere bloem stond een bloem zo mooi als nog nooit een bloem was geweest. Zelfs de zon draaide de hele dag om haar heen om van haar schoonheid te genieten.
De rode en de andere bloem zeiden niets meer. De nieuwe bloem was veel groter. Opeens begonnen alle bloemen in het veld feest te vieren, zo blij waren ze met de mooie bloem die bij hen hoorde.
De rode en de andere bloem zeiden alleen nog maar iets tegen elkaar. Dat het toch maar een stomme bloem was. Zelfs toen koningin Mathilde van België en koningin Maxima van Nederland samen op bezoek kwamen om de bloem een naam te geven, zeiden de rode en de andere bloem niks.
“Ik vind dat niet zo netjes van die twee bloemen,” zei koningin Mathilde.
“Nee, dat vind ik ook,” zei koningin Maxima. “Als iemand tegen je praat mag je best wel wat zeggen. Vind je ook niet, Prinses Zonnester?”
Want dat was de mooie naam die de bloem van de koninginnen kreeg.

Kinderachtig

John D. Muller View All →

Schrijver van korte verhalen. Soms iets langer. Soms iets anders.

I write short stories. Sometimes a bit longer. Sometimes different. Like poems. I also would like to translate my stories so it can be made into movies and I will earn a lot of money and can spend almost a day at the Oscars. But I don’t have the time for it. Now I live in poverty. Which is good. Poverty makes good heartbreaking stories.
Nu ga ik verder in Dutch.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: